Jaargang 43 nummer 7&8
Nummer 7&8
De dood van een oude man - Rabbijn Ammi Hirsch
Schizofrenie in identiteit - Shirah Lachmann
Gedichten uit Israel
De dood van een oude man - Rabbijn Ammi Hirsch
Een eeuw geleden kwamen zo'n 200 joodse gedelegeerden bijeen in Basel om het fundament te leggen voor een joodse staat. 'We zijn een volk - één volk!' donderde Theodor Herzl tegen het eerste Wereld Zionistencongres in augustus 1897. 'We zijn hier om het fundament te leggen van het huis dat het joodse volk ondrdak moet bieden.'
De Misjna zegt Ben mea ke'iloe meet we'awar oebateel min ha'olam. 'Op de leeftijd van honderd jaar is het alsof men dood is en uit de wereld verdwenen.'
Laten we eerlijk zijn. Op de leeftijd van honderd jaar is de oude man Zionisme stervende. Hij die het intellectuele enthousiasme en de politieke energie gaf die het lot van een geheel volk ten gunste veranderde, wordt nu kunstmatig in leven gehouden. Onze partners in de wereld van de politieke en het zionisme mogen dan nog wel steeds de oude retoriek gebruiken, maar dat is ontkenning van de realiteit. Die ontkenning mag worden verwacht wanneer een geliefd persoon ongeneeslijk ziek is. De waarheid is dat de ademhaling van de oude man hapert en dat zijn pols onregelmatig is. Het is alsof hij al uit de wereld verdwenen is. Terwijl wij ons voorbereiden op zijn overlijden, moeten we niet vergeten zijn leven lang, succesvol en vruchtbaar was.
Bijbels
Toen Ben Goerion in 1948 de staat Israël uitriep, waren zeshonderdduizend joden teruggekeerd naar Palestina - een feit van bijbelse afmetingen. Volgens de traditie vertrok hetzelfde aantal joden uit Egypte op de eerste reis naar het beloofde land. Na 1948 wijdde het zionisme zich aan de grote taak van het verdedigen van het joodse thuisland en het redden van joden die vastzaten en onderdrukt werden. Ondertussen werkte het aan het herstel van de joodse geest die was verpletterd door de Sjoa. Ook deze opdracht werd met succes voltooid. In onze wrede en deprimerende eeuw blijft alleen zionisme over van alle 'ismen' die de vooruitgang van de menselijke geest beloofden - bolsjewisme, communisme, fascisme, socialisme -als een getuige van de onbreekbare wil van het joodse volk. Voor joden zal de 20e eeuw te boek staan als de eeuw van het zionisme.
Om deze reden moeten we dan ook niet treuren om het overlijden van de oude man zionisme. Al wat leeft, moet sterven en het tijdelijke met het eeuwige verruilen. Maar bewegingen kunnen, net als mensen, een mate van onsterfelijkheid bereiken. De werkelijk groten geven hun wezen door aan komende generaties.
Terwijl de zon voor deze eeuw aan het ondergaan is, gloort al een nieuwe dag. Meer dan ooit tevoren zien een veilige joodse staat vol zelfvertrouwen, welvarend en vredig - een plaats waar binnen vijftien jaar het grootste deel van de joden op de wereld zal wonen. We zijn getuige van het verdwijnen van het internationale door staten gepropageerde antisemitisme - de oorspronkelijke aanleiding voor Herzls politieke zionisme. Op dit moment zijn er praktisch geen vervolgde joodse gemeenschappen meer - een historisch feit zonder
precedent. Joden over de hele wereld zijn vrij om te werken, te reizen, te scheppen, te vertrekken. Laat ons voor de verandering eens 'ja' accepteren: we hebben gewonnen. De oude zionistische retoriek van 'redding', 'overleven', 'nood' is iets van het verleden.
Kleinkind
Op zijn oude dag mocht het zionisme nog de geboorte van een kleinkind meemaken, ARZA. Dit jaar twintig jaar geleden kwamen duizenden liberall-joodse gelegeerden bijeen in San Francisco om de liberaal-zionistische beweging op te richten. De oprichters verklaarden: 'Wij en de zionistische beweging hebben elkaar nodig. Wij steken onze hand uit in vriendschap en toewijding aam allen die onze visie delen dat 'Zion zal worden verlost door rechtvaardigheid'.' (1978, Beginselverklaring ARZA)
De Misjna zegt: Ben esriem lirdof, 'Iemand van twintig moet streven.'
Waarnaar streven? De Misjna zwijgt. Misschien heeft dit een betekenis. Want twintig is een kritieke leeftijd. Het is een kruispunt van wegen. Je kunt alle kanten op. En je beslissing heeft blijvende gevolgen. Je kunt leegte nastreven - allerlei goedkope, triviale kicks zonder blijvend effect op jezelf of je gemeenschap.Dat is verleidelijk voor iemand van twintig. Of je kunt besluiten iets van betekenis te doen met je leven door grootheid na te streven; door een bron van inspiratie te worden voor de maatschappij. De keuze is aan jou.
Visie
Op de leeftijd van twintig jaar moet ARZA beslissen. Zullen wij de visie, de discipline en de volwassenheid laten zien die nodig zijn om een leidende rol te spelen in het nieuwe joodse millennium? De rest van het boek van ons leven moet nog geschreven worden. Het is aan ons. De uitdaging voor ons is niet minder dan het scheppen van een nieuw zionisme uit de erfenis van het verleden. Wij kunnen, als we dat willen, de brengers van verandering zijn.
Kunnen de botten van de oude man weer tot leven worden gebeacht? In de woorden van de profeet Jechezkiël: 'Deze botten zijn het hele Huis Israël. Als de mensen zeggen dat onze botten verdroogd zijn en dat wij verdoemd zijn, zeg hen dan: Zo spreekt de Eeuwige, God: ik zal adem in je brengen en je zult weer leven.'
Een nieuw zionisme dat ontspruit aan de droge botten. Dat zou echte onsterflijkheid zijn voor de oude man. Een nieuw zionisme voor een nieuw millennium, waarvan de belangrijkste taak niet meer zal zijn het oprichten of verdedigen van de staat, maar het ontplooien van de volledige vermogens van het joodse volk. Wat wij nodig hebben is een nieuw zionisme waarin Israël en de diaspora elkaar niet wederzijds verketteren, maar samenwerken om onze gemeenschappelijke problemen op te lossen. In de komende eeuw zal het probleem niet langer antisemitisme zijn, maar filosemitisme. Ze smoren ons in liefe. Ze bewonderen ons. Ze willen bij ons horen. Ze willen met ons trouwen. We verliezen miljoenen leden van ons volk.
Net zoals de oude man Zionisme het antisemitisme als de bron van het joodse probleem beschouwde, zo moet het nieuwe zionisme het einde van het antisemitisme zien als de belangrijkste bedreiging van de joodse continuïteit. Het nieuwe zionisme zal erkennen dat de joodse staat niet het enig zaligmakende is voor het joodse bestaan, maar een instrument voor het welzijn van het gehele joodse volk. Het nieuwe zionisme zal erkennen dat Israël binnenkort dezelfde problemen zal hebben als de diaspora. Wanneer het tijdperk van vrede aanbreekt, zal de assimilatie zijn lelijke kop opsteken in Israël. Om de waarheid te zeggen is er nu al assimilatie in
Israël. Deze heeft tot nu toe alleen nog niet de vorm van gemengde huwelijken. Omdat de meeste Israëli's religie associ‰ren met middeleeuws obscurantisme; omdat de meeste Israëli's religie als corrupt beschouwen; omdat de meesre Israëli's van mening zijn dat het woord 'dwang' de beste beschrijving is van religie; omdat de meeste Israëli's een afkeer hebben van religieuze leiders; omdat de
meeste Israëli's de relevantie van religie voor hun eigen leven niet zien - daarom is er assimilatie. Neem dat maar aan van de diaspora, wij weten hoe assimilatie eruit ziet.
Dit artikel is te lezen in Levend Joods Geloof nr.7/81997
Terug naar inhoudsopgave | Naar Bestel-service
Schizofrenie in identiteit - Shirah Lachmann
De Groningse hebraïst en mediëvist Wout van Bekkum hield vorige week zijn inaugurele rede aan de Universiteit van Amsterdam. De Stichting Bijzondere Leerstoel Joodse Studiën heeft hem voor vijf jaar aangesteld als bijzonder hoogleraar Hedendaags Jodendom. Zijn rede 'Vertrouwde vervreemding: joodse zelfdefinitie in premoderne en moderne tijd' richtte zich tot 'het hele publiek en niet alleen tot een handjevol collega's.'
Al te veel wilde Van Bekkum tijdens het interview - dat plaatsvond voor de inauguratie - nog niet prijsgeven over zijn rede, maar deze zal gaan over 'identiteit in de snel veranderende samenleving. En dan kun je niet om het sleutelbegrip emancipatie heen. Wie zijn joden eigenlijk als zij burgers zijn van een bepaald land? Wie zijn zij? Wie zijn zij nog? Wie zijn zij weer?' De statusverandering van vreemdeling tot burger heeft gevolgen voor hun integratie. Van Bekkum maakt een vergelijking met de status van de joden in islamitisch Spanje, waar zij een belangrijke inbreng hadden in de samenleving.
Scheldnaam
En gebruik dan alsjeblieft niet het woord moors: 'Moors, van moriscos, is een scheldnaam. Er is in het katholieke Spanje heel lang op die tijd neergekeken. Terwijl een stad als Cordoba al in de tiende eeuw riolering had. Er ontstaat in modern Spanje nu algemeen begrip voor joods en islamitisch Spanje.' Van Bekkum heeft bewondering voor een man als koning Juan Carlos, die de synagoge van Toledo teruggaf aan de joden. 'Het was een bijzondere gebeurtenis en hij is een bijzondere man. Hij is werkelijk koning, veel minder een symbool.' Als ander voorbeeld van integratie noemt Van Bekkum de relatie van de Nederlandse joden met het
koningshuis. Bij de troonsbestijging van koningin Wilhelmina werden bijvoorbeeld overal in het land speciale diensten gehouden. 'Het was eerbetoon aan het gezag dat de joden beschermde. Goede relaties tussen overheid, koningshuis en minderheden zijn een soort garantie van rechtsvrijheid. En van de kant van de joden een bewijs goede burgers te willen zijn; trouwe nationale onderdanen.'
De eerste collegecyclus aan de Universiteit van Amsterdam, over 'De moderne geschiedenis van joodse gemeenschappen aan de hand van belangrijke steden', heeft Van Bekkum inmiddels afgerond. Op 26 maart werden de colleges afgesloten met een studiedag over 'The Jews of Greece'. Waarom Griekenland? 'Ik wil de aandacht leiden naar oorden die niet zo voor de hand liggen. Dat gold ook voor de colleges. Bagdad of Alexandrië, daar heeft men het niet over. En wie geeft er nu colleges over Griekse joden? Wij onderschatten de grandeur van een stad als Thessaloniki.'
Van Bekkum noemt drie feiten die grote invloed hadden op het leven van de joden daar. 'De Griekse inname van de stad in 1912 leidde tot vergrieksing en een toenemend nationalisme, dat was niet gunstig voor de joden. Vervolgens was er de grote stadsbrand in 1917, waarbij de hele joodse wijk in vlammen opging; van de hele opbouw van de joodse gemeenschap was niets meer te zien. Tienduizenden werden dakloos en zij hebben geen tijd gehad die sfeer weer op te bouwen. Voordien was de sjabbatrust te merken in de hele stad. De derde klap was de Holocaust; dat was een hele lelijke geschiedenis.'
Experiment
Zijn aanpak, om de moderne geschiedenis van de joden aan de hand van steden in een breder kader te plaatsen, is niet alleen Van Bekkum, maar ook de studenten - 120 - 130 (inclusief toehoorders) - goed bevallen, zo bleek uit de evaluatieformulieren. 'Het was een experiment. Ik wilde de informatie zo brengen dat de elf gekozen steden, of combinaties van steden, een globale indruk gaven van joods leven in zo'n stad. De mensen kw men ook voor een inleiding.' Van Bekkum vertelt dat men vaak wel weet dat een bepaalde
stad een sterke joodse gemeenschap had die haar stempel op die stad drukte, maar dat men niet weet waar dat dan in schuilt. 'Ik heb geprobeerd dat uit te leggen aan de hand van vier punten: geschiedenis; achtergrond, waar kwamen die joden vandaan, waren het Sefardiem of Asjkenaziem; de relaties joodse gemeenschap versus de stad en ten slotte interessante persoonlijkheden uit die gemeenschap.'
De keuze van de steden - onder andere Parijs, Wenen, Berlijn, Thessaloniki, Boedapest, Istanboel, Bagdad en Damascus - was een puur persoonlijke. 'Praag zat er deze keer niet in. Volgend collegejaar is het thema 'Individu en gemeenschap in Europees jodendom', opnieuw op basis van steden. Wenen zal dan in ieder geval terugkeren. Het Duitse karakter en het joodse onderdeel daarin hebben er geleid tot een apart cultureel verband. Met name ook vanwege de vele persoonlijkheden die hun stempel op de stad en het land drukten. Freud met zijn ontwikkelingspsychologie, maar ook iemand als Otto Weininger, die als jood een bijna antisemitische poging deed het jodendom te verklaren. Die man is een pathologisch geval; hij is geen maatstaf. Maar het is boeiend uit te zoeken waar die schizofrenie in identiteit vandaan komt. Dat is het echte probleem van het moderne jodendom.'
De rest van dit artikel is te lezen in Levend Joods geloof nr.7/8 1997
Terug naar inhoudsopgave | Naar Bestel-service
Gedichten uit Israel
Onderstaande gedichten zijn afkomstig uit de Israëlische liberale sidoer Awoda Sjebalev. De vertalingen zijn
gemaakt door rabbijn Ruben Bar Ephraim en C.I. Dessaur.
Het is niet elke dag dat we God
ontmoeten,
niet elke tijd is geschikt voor
gebed,
niet elk uur is er een van genade.
Wij falen keer op keer tot het
eind onzer dagen.
Wij keren slechts om
om opnieuw te verdwalen,
en op de tast lang vergeten
wegen te zoeken.
Maar allen, die zoeken en die
dolen, zij worden met verve door God gezocht.
Sjifra Allon
De oorlog is voorbij. De oorlog is voorbij en verdwenen.
De oorlog is voorbij. Alleen, mijn broer is niet teruggekomen.
Maar ik zie hem, hij kijkt naar mij vanuit het vuur.
Ik hoor zijn stem die fluistert uit de kolen.
Ik voel de warmte van zijn laatste adem.
Mijn broer, mijn goede broer, die opvloog als een duif
naar een ver, een mooi en helder land,
naar een land dat immer jong zal blijven.
Mijn broer, mijn goede broer, de oorlog is voorbij.
Chaim Chefer
Ons kleine land, ons mooie land,
vaderland zonder kledij, barrevoets vaderland;
neem mij op in je liederen mooie bruid;
open voor mij je poorten. Ik kom tot hen om de Eeuwige te danken.
In de schaduw van de bomen van het bos, ver weg van het zonlicht;
daar zullen wij samen wortel slaan, gericht op het hart van de aarde;
naar de oorsprong van het licht, naar de bronnen van de onschuld;
vaderland zonder titel, zwervende wees.
Al je wonderen zijn nog niet uitgeput,
het lied wordt nog niet minder.
's Nachts klopt mijn hart nog steeds
en fluistert tot zichzelf:
Jij bent van mij, jij bent de enige;
jij bent voor mij een moeder en een dochter,
jij bent voor mij het weinige,
het weinige dat overbleef.
Met onze kleren halen wij de geur van dorpen;
onze harteklop drijft de kuddes voort.
Er bestaat een kalmerende stilte en een schitterende lichtstraal,
in dat licht zullen wij blootsvoets voortgaan.
Joram Taharlev
De rest van dit artikel is te lezen in Levend Joods Geloof nr.7/8 1997
Terug naar inhoudsopgave | Naar Bestel-service